Naar overzicht

Henk Kraan: 'Mijn vader was bikkelhard voor zichzelf'

Marloes Wellenberg
05 maart 2020

Henk Kraan (1938) werd geboren op de Hondsdijkse Molen in Koudekerk aan den Rijn.

De Hondsdijkse Molen is de "oermolen van de Kranen”, aldus Henk Kraan. "Al in 1792 woonde er een voorvader op deze molen. Het molenaarschap ging steeds over van vader op zoon. De namen Bartholomeus en Cornelis wisselden elkaar daarbij af."

Zijn opa, ook molenaar op de Hondsdijkse Molen, was een bijzondere man. "Hij was organist in het Zwaantje, de kerk in Hazerswoude die later is afgebroken. Ik heb later van mijn oma gehoord waar opa’s orgel in de molen stond: voor het kleine raampje. Daar was hij altijd aan het oefenen. Mijn opa ging ook naar de beurs in Amsterdam om in aandelen te handelen. Het was een ontzettend pientere man." Hij overleed jong, op zijn 48e, terwijl hij aan het maaien was bij een boer. Problemen met zijn hart, waar hij zijn echtgenote niets over had verteld.

Henk Kraan: "Toen mijn opa overleed, was mijn vader Cor Kraan zes jaar. Eerst werd mijn ome Bart molenaar, maar toen die trouwde en elders als molenaar begon, nam ome Wim het over. En nadat die molenaar werd van de Veendermolen in Roelofarendsveen, werd mijn vader molenaar. Dat was in 1930. Hij was toen 25 jaar. Mijn oma bleef op de molen wonen tot mijn vader in 1936 ging trouwen."

Het salaris was laag. Kraan: "In 1947 verdiende mijn vader 370 gulden per jaar. Daarvoor moest hij gemiddeld zo’n acht- tot negenhonderd uur per jaar malen. Ook moest hij de vaart en sloten die bij de molen hoorden schoonhouden, het oppervlaktevuil weghalen. Bij ons waren dat de molenboezem, die één kilometer lang was, en de molensloot, die aan de achterkant van de molen lag, van twee kilometer. Om aan voldoende inkomen te komen, moest mijn vader bijverdienen. Dat deed hij, net zoals mijn opa, door te werken bij de boeren en te vissen. Soms verdiende mijn vader daar goed mee, maar we hebben ook heel slechte jaren gehad."

Henk Kraan met de palingsteker die vermoedelijk al in de 18de eeuw werd gebruikt door de familie Kraan (Foto Marloes Wellenberg)

"Mijn vader was bikkelhard voor zichzelf, maar heeft ook veel gepresteerd in zijn leven. Ik heb nog papieren liggen van het polderbestuur waarin staat dat ze mijn vader zo punctueel vonden. Ze waren vol lof over hem, maar er kon nooit wat. Ooit vroeg mijn vader aan het polderbestuur of hij een extra accu mocht, zodat we overal goed licht zouden hebben in de molen. Nee, dat kon niet, dat vonden ze te duur."

In dat licht kan hij zich ook nog een gebeurtenis uit de oorlog herinneren: "Mijn vader had altijd veel last van steenpuisten. Eén keer was het zo erg, dat hij een hele dikke arm had en niet kon bijverdienen. We zaten dus zonder eten en toen ging mijn moeder naar de boeren waar wij voor maalden om wat eten te vragen. Ze kwam terug en had niks gekregen. Er kon helemaal niks af. Kun je je dat voorstellen? Toen werd mijn vader zo ontzettend kwaad. Mijn moeder wilde hem nog tegen houden maar hij ging toch naar de boeren toe en kwam terug met wat te eten en drinken. De boeren hadden genoeg te eten allemaal."

In de winter was het afzien in de molen. Kraan: "Eerst zat er maar één laag planken tussen de binnen- en buitenkant van de molen, dus het was altijd ontzettend koud binnen. Ik weet nog dat mijn ouders in de strenge winters altijd met hun benen op de openstaande klep van het fornuis zaten, omdat dat nog een beetje warmte gaf. Maar je had wel gratis wonen hè! [lacht]. Dat werd vroeger altijd gezegd als je iets zei over het lage salaris van de molenaar. Er kwam een keer een man van de belastingdienst bij ons thuis. Die wilde in rekening brengen dat we daar gratis woonden. Toen zei mijn vader: "Nou, dat vind ik een goed idee. Deze winter mag jij drie maanden helemaal vrij op de molen zitten, dan ga ik wel in jouw huis." Toen was het gelijk over [lacht].

Over de auteur

Marloes Wellenberg is historicus en werkt als adviseur voor Erfgoedhuis Zuid-Holland. Zij werkte mee aan onder meer de Canon van Zuid-Holland. Zuid-Holland in 50 verhalen (2011), de Atlas van de Trekvaarten in Zuid-Holland (2021) en is projectleider van het oral historyproject Molenverhalen, dat tot doel heeft het dagelijks leven en werken op de Zuid-Hollandse poldermolens vast te leggen.

0 reacties

Plaats een reactie

Verzenden

Deze website maakt gebruik van geanonimiseerde cookies om jouw gebruikservaring te optimaliseren en voor de analyse van onze website. Deze cookies kun je niet uitzetten. Bij het tonen en afspelen van YouTube video's worden cookies van derden geplaatst. Deze cookies van derden kun je wel uitzetten. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met dit gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies deze website plaatst.

Deze website maakt gebruik van geanonimiseerde cookies om jouw gebruikservaring te optimaliseren en voor de analyse van onze website. Deze cookies kun je niet uitzetten. Bij het tonen en afspelen van YouTube video's worden cookies van derden geplaatst. Deze cookies van derden kun je wel uitzetten. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met dit gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies deze website plaatst.